Grotten als ultieme spiegels
De kracht van de stilte & het donker
Stilte…. Je houdt ervan of je houdt er niet van. Hetzelfde geldt voor het donker. Steeds meer mensen volgen stilteretraites en darkretreats, waarbij ze dagen en soms wekenlang in de stilte mediteren of in het donker aanwezig zijn. Maar wat levert ze dat nu op? Voor de meeste mensen deze concepten ongeveer het laatste wat ze willen. Veel mensen gaan liever dood dan een week de stilte in. Of een stille darkretreat, helemaal de hel! Wat maakt stilte en duister dan toch zo heilzaam?
Toen ik lang geleden voor het eerst in een totaal verduisterde en geluidsdichte bunker zat in het centrum van OSHO te Poona in India, werd ik verliefd op duister. Ook heb ik wekenlang in boeddhistische kloosters in Azië̈ stilteretraites mogen ervaren. Destijds een confronterende openbaring voor me.
Tegenwoordig heb ik een plek ontdekt waar stilte en duister optimaal en natuurlijk samenkomen. Die plek wil ik graag met je delen. Sinds ik in het Katharenland woon, ben ik bevangen geraakt door speleologie. Hier in de Zuid-Franse Pyreneeën stikt het van de grotten, kloven en ravijnen. Vooral het dal van de Ariëge-rivier is interessant. Dit dal ligt op de grens van de Iberische en de Europese plaat. De aardkorst is er dun door alle tektonische activiteit uit het verleden en vlak onder de bodem zijn de effecten van de hitte meteen onder de aardlagen goed te merken. Talloze natuurlijke heetwaterbronnen sieren het gebied. Sommigen zo heet dat je er niet in kunt zwemmen, anderen op de heerlijke temperatuur van een warm bad. Heet water en hete stoom hebben in vele miljoenen jaren tijd grotten gevormd. In het Ariëge-dal lag tot zestienduizend jaar geleden een gletsjer. Op rotswanden aan de verder groen beboste bergen die het dal flankeren, zijn de sporen van het ijs nog goed te zien. De voortdurend bewegende massa van de gletsjers heeft de grotten verder vormgegeven tot wat ze vandaag de dag zijn.
Stalactieten
Regelmatig neem ik groepen mensen mee de grotten in. Deelnemers aan retraites in ons retraitecentrum ‘Terra Nova’, collega’s, vrienden en bovenal mijn kinderen. Heerlijk vinden onze drie zoons het om door de grotten te dwalen. Voor hen is het een groot avontuur en gelukkig kent papa de weg.
Voor volwassenen betekenen de grotten veel meer dan alleen een avontuur.
Velen van hen moeten enorme angsten overwinnen voordat ze door kleine gangetjes en spelonken durven te kruipen. Waar kinderen moeiteloos het duister in duiken (“Pap, ik ben door het tunneltje, hier is een ruimte. Wat moet ik nu doen?” “Wacht even jongen, papa komt eraan!”), worden volwassenen vooral geconfronteerd met zichzelf. Trauma’s uit de jeugd, uit de voorouderlijnen of uit een ander leven komen in alle hevigheid naar boven en mogen geheeld worden voor de afdaling een feit kan worden. En
zeg nou zelf. Als jij door een klein gangetje zou kruipen waar je nét doorheen past en er kruipt iemand voor je en iemand achter je, zodat je geen kant op kunt, zou jij dan zonder angst zijn? Heel normaal en logisch. Veel mensen krijgen al claustrofobie van het liggen in een fMRI-scanner. De beloning is
overigens groots, wanneer we door de smalle tunnels in prachtige zalen komen waar de overweldigende stalactieten ons begroeten. Slechts enkele centimeters per eeuw groeien ze en sommigen moeten vele
honderdduizenden, misschien wel miljoenen jaren oud zijn. Het is er koud en vochtig. In grotten is de temperatuur het hele jaar twaalf tot dertien graden. De lucht is opvallend zuiver voor deze plaats met overal stof, gruis en zand. Door de eeuwen heen hebben talloze bevolkingsgroepen zich hier verborgen voor hun agressors. Kelten en oer-christenen voor de Romeinen, Katharen voor de inquisitie, joodse mensen en partizanen voor de Nazi’s. We betreden zalen waar de Kathaarse priesters, de parfaits, hun meditaties, retraites en diensten hielden voor de katholieke kerk hen verjoeg.
In de energie is hun aanwezigheid nog duidelijk te voelen. Magische, mysterieuze plaatsen, vierhonderd meter onder het aardoppervlak. Dieper in Moeder Aarde kun je niet komen. En geen plaats ter wereld waar de verbinding met onze moeder zo goed te voelen is.
Vier grote angsten
En dan gaat het licht uit. De hoofdlampen die op onze helmen bevestigd zijn, worden een voor een gedoofd. Tot er niets dan absolute duisternis overblijft.
Duisternis, stilte, kou en, daaruit voortvloeiend, discomfort of ongemak. Voor de meeste mensen, bewust of onbewust, vier van hun grootste angsten. De grotten zijn een spiegel voor diegenen die ze durven te betreden. Wij moderne mensen zitten in ons leven gevangen in het tegenovergestelde van duister,
stilte, kou en discomfort. Als het ’s avonds donker wordt, doen we het licht aan. In onze huizen, kantoren en zelfs op straat brandt altijd licht als het duister zich aandient. Ook met stilte hebben we moeite. In de auto gaat muziek aan, of een praatprogramma. In huis de televisie. We bellen een vriend, of vriendin, of
gaan de stad in op zoek naar vermaak en gesprek. De stilte is eng, eenzaam, deprimerend voor veel mensen. Kou vinden we al helemaal niet fijn. Op een dompelbad na afloop van de sauna of de steeds populairdere ijsbaden na, is kou iets wat we liever vermijden. Wanneer de winter intreedt, gaat de ver-
warming aan en hullen we ons in dikke kleren. Het vierde element – discomfort – is onze grootste vijand. Wij mensen willen graag in comfort leven. Ons prettig voelen. We zijn van nature pijn-vermijdend. Als we hoofdpijn hebben, gebruiken we medicatie of ademtechnieken om er zo snel mogelijk vanaf te komen. We omringen ons met comfort in onze woningen, vervoersmiddelen en werkplaatsen. We verdoven onszelf met dopaminegevers als eten, alcohol en het eindeloos scrollen op sociale media.
Gecontroleerde illusie
Wat de meeste mensen zich echter niet realiseren, is dat we onszelf gevangenhouden. We zitten klem in licht, geluid, warmte en comfort. Niet alleen met ons fysieke lichaam, maar ook sociaal, emotioneel, mentaal en zelfs spiritueel. Het is een overlevingsmechanisme. We willen het duister in de wereld liever niet zien. Het lijden van zovelen wordt ons snel te veel. Kinderen die hongerlijden, vluchtelingen op Lesbos, armoede. Het liefst kijken we de andere kant op. Ook onze eigen donkere en getraumatiseerde kanten ontlopen we het liefst. Veel spirituele mensen willen alleen maar liefde en licht ervaren.
Het duister vermijden ze waar ze kunnen, in zichzelf en in de wereld. Als het donker, stil, koud en oncomfortabel is, worden onze angsten uitvergroot. Zo ook in de grotten. Eerst is het doodeng en confronterend voor deelnemers om in het pikkedonker de stilte te ervaren. Maar dan ontdekken ze dat er zich een hele wereld openbaart achter licht en geluid, warmte en comfort. Als ze hun eerste weerstand voelen wegsmelten, merken ze dat de stilte en het duister ze weer in verbinding brengt met zichzelf. Ze zakken af naar delen van hun systeem die ze niet eerder ervaren hebben. Ze maken contact met de
goddelijkheid in zichzelf. Met wie ze in werkelijkheid zijn. De antwoorden op alle vragen zijn te vinden in de stilte. Als je diep in de grotten de stilte, het duister, de kou en het discomfort ervaart, dan ga je je realiseren dat je jezelf gevangen hebt gezet in een heel klein deel van de realiteit. Feitelijk in een
gecontroleerde illusie van licht, geluid, warmte en comfort. Niet dat daar iets mis mee is overigens, ik vind licht en warmte, muziek en comfort ook heerlijk.
Maar het is volgens mij wel belangrijk dat je je er niet te veel aan hecht en je
bewust bent van de andere kant. Een kant die je een diep inzicht kan geven in
de werkelijkheid.
Voor stilte, duister, kou en discomfort hóef je niet de diepe grotten van de Ariëge in te duiken. Uitstekende stilteweken en darkretreats, zweethutten en koudeweken worden in Nederland en België̈ volop aangeboden. En discomfort vind je daarin vanzelf. Mijn drie zoons overigens heb ik geleerd dat het duister je vriend is. Een vriend die je recht in de ogen mag kijken en die je mag omarmen. Zowel het donker in hun slaapkamer, als het duister in zichzelf én in de wereld. Met stilte leren ze langzaam steeds beter omgaan, het blijven kinderen. En de kou? Daar geven ze helemaal niets om. Ze gaan gewoon in een T-shirt naar binnen, ook al had mama hun jassen meegegeven.